Ga naar de inhoud

Verwachte milieu-economische effecten aanpassen emisssie-eisen op de veehouderij in Limburg

Connecting Agri & Food heeft voor de provincie Limburg berekend wat deze effecten zouden zijn van een door de provincie opgesteld maatregelenpakket. Daarbij is er gefocust op de korte (2020), middellange (2025) en lange (2030) termijn. Allereerst lijkt de trend van een dalend aantal veehouderijen zich ook richting 2030 door te zetten. Dat de omvang van de veestapel in de periode tot 2030 weliswaar krimpt, maar minder hard dan het aantal bedrijven, leert dat de intensivering in de veehouderij ook de komende jaren doorzet. Dat betekent dat we oog moeten blijven houden voor de positieve effecten hiervan (intensievere veehouderijen zijn over het algemeen schoner per dier), maar ook voor het ontstaan van mogelijke nieuwe knelpunten. Ook in de periode tot 2030 zal daarom gezocht moeten worden naar de balans tussen deze twee zaken.

De al sterke daling van de emissie van ammoniak zal zich als gevolg van de gepresenteerde aanpak doorzetten en leiden tot een verdere daling met 39% in de periode 2020-2030. Voor wat betreft de emissie van fijnstof valt de meeste winst te behalen binnen de sector van de pluimveehouderij. Met de uitvoering van het gepresenteerde maatregelenpakket zal binnen deze sector een reductie van fijnstof-emissies van 30% in 2020 en 75% in 2030 kunnen worden bereikt.

Voor wat betreft de emissiereductie van geur door de varkenshouderij wordt een substantieel effect verwacht doordat per 2020 een aantal bedrijven gaan stoppen omdat zij geen invulling geven aan aanpassingen conform de huisvestingseisen per 2020. Daarnaast zal de warme sanering varkenshouderij de overlast verminderen. Eerste inschattingen laten zien dat geuroverlast van de varkenshouderij afneemt met ongeveer de helft (53%) van de afname van ammoniakemissies in 2020. In 2025 en 2030 loopt dit naar verwachting verder op naar 82% van de afname van ammoniakemissies. Daarnaast zal het gepresenteerde maatregelenpakket ook bijdragen aan een beter klimaat in stallen. Door brongerichte maatregelen (maar ook door real-time meten) ontstaat zo een beter leefklimaat voor dieren in de stallen, met minder antibioticagebruik en een verhoogd dierenwelzijn tot gevolg. Het dierenwelzijn wordt verder ook nog verbeterd door autonome marktontwikkelingen (zoals het Beter Leven Keurmerk).

Onze opdrachtgevers

Wilt u meer weten?

Neem contact op met onze specialisten. 

Angela van der Sanden

Specialist Veehouderij & Strategie

06 53 38 53 23
a.vandersanden@connectingagriandfood.nl