Ga naar de inhoud

Stalaanpassing 2024

Op grond van de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant, heeft de provincie Noord-Brabant eisen opgelegd aan bedrijfsmatige veehouderijen ten aanzien van ammoniakemissie vanuit stallen. Een ondernemer heeft de keuze om aan de emissie-eisen te voldoen op bedrijfsniveau of op stalniveau. Kiest hij voor stalniveau, dan is de leeftijd van de stallen belangrijk. Stalsystemen die op 1-1-2024 ouder zijn dan 20 jaar of ouder dan 15 jaar, moeten voor januari 2024 dusdanig zijn aangepast dat ze voldoen aan de emissie-eisen. Vervolgens dienen in de daaropvolgende jaren de overige stalsystemen aangepast te worden op het moment dat deze ouder dan 15 resp. 20 jaar worden. Worden er geen aanpassingen gedaan en voldoen de stalsystemen niet aan de emissie-eisen, dan moeten de stallen buiten gebruik worden gesteld.

Connecting Agri & Food heeft onderzocht op hoeveel locaties er naar verwachting voor 2024 één of meerdere stalsystemen moeten worden aangepast op basis van de Interim Omgevingsverordening. Op hoeveel locaties moet er tot en met 31-12-2023 geïnvesteerd worden in emissie reducerende maatregelen minus het aantal locaties dat naar verwachting wordt beëindigd voor 1-1-2024.

Reden voor beëindiging van een locatie zijn de leeftijd van de ondernemer, opvolgingssituatie, leeftijd van de stalsystemen en de beschikbaarheid en effectiviteit van emissiereducerende technieken. Maar, bleek uit eerder onderzoek, ook de benodigde investeringen om te voldoen aan de gestelde emissie-eisen kunnen voor ondernemers een reden zijn om het bedrijf (vervroegd) te beëindigen. In plaats van de benodigde stalaanpassingen te doen, zullen de ondernemers de stalsystemen buiten gebruik stellen en daarmee de locatie beëindigen. Daarom kan onderscheid gemaakt worden in het aantal locaties waar, op basis van de verleende omgevingsvergunning, stalaanpassingen gedaan zouden moeten worden én het aantal locaties waarop ondernemers daadwerkelijk het voornemen hebben om stalaanpassingen door te voeren. Of dit voornemen om aanpassingen te doen vervolgens kan worden uitgevoerd hangt af van de financierbaarheid en het tijdig verkrijgen van de juiste vergunning.

In het onderzoek is uitgegaan van 4.385 actieve locaties. Belangrijkste conclusie uit het onderzoek is dat elke sector nog een opgave heeft ten aanzien van het emissiearm(er) maken van verouderde stalsystemen. Naar verwachting zal op zo’n 2.210 locaties de ondernemer de stallen nog moeten aanpassen. Dit zijn dus locaties die (nu nog) niet voldoen, maar waar naar verwachting de ondernemer wél aanpassingen gaat doen. Gekeken naar de diergroepen betekent dat dat circa 90% van de melkveehouders, 55% van de vleeskalverhouders, 75% van de geitenhouders, 72% van de varkenshouders, 48% van de leghennenhouders en 31% van de vleeskuikenhouders nog stalaanpassingen moet doen als ze na 1-1-2024 de stallen willen blijven gebruiken. 

 

Wilt u meer weten?

Neem contact op met onze specialisten. 

Sandra van Kampen

Specialist Veehouderij & Leefomgeving

06 51 34 95 38
s.vankampen@connectingagriandfood.nl